Ethiek en antroposofisch mensbeeld

In het centrum van de antroposofische geneeskunde staan de patiënt en de individuele therapie. Om deze reden worden slechts zelden vaste therapieschemata (“standaards”) gebruikt. Leeftijd, constitutie , psychische toestand, biografische situatie en spirituele achtergrond van de patiënt worden in de diagnostiek en therapie mee opgenomen.

Op wetenschappelijk gebied worden onderzoeksmethoden ontwikkeld die op basis van representatieve patiëntendossiers en van outcome-studies de werkzaamheid van de antroposofische methode als geheel verifiëren. Gerandomiseerde dubbelblindstudies worden dus om methodische redenen slechts weinig ingezet en vaak om ethische redenen afgewezen (tenzij aan de patiënt geen werkzame behandeling wordt ontzegd). Bij het onderzoeken van antroposofische geneesmiddelen of therapieconcepten wordt er van uitgegaan dat zowel de persoonlijke arts – patiëntverhouding als de bewuste keuze van een middel of concept tot de intrinsieke fundamenten van de antroposofische geneeskunde behoren.

De algemene medische ethiek wordt binnen de antroposofische geneeskunde verrijkt door het filosofische basiswerk van Rudolf Steiner : De Filosofie van de Vrijheid (Die Philosophie der Freiheit – Grundzüge einer modernen Weltanschauung). De kerngedachten hierin zijn het concept van het ethisch individualisme en de realiteit van de eeuwige en onverwoestbare geestelijke individualiteit van de mens, ook wanneer deze individualiteit in een ziek of gehandicapt lichaam leeft. De natuurwetenschappelijk-materialistische visie op de mens, eigen aan de gangbare geneeskunde, wordt verbreed door de kennis van zijn geestelijke wezen. Tot dit verbrede ethische concept horen eveneens de idee van de reïncarnatie, en derhalve van de onbegrensde ontwikkelingsmogelijkheden van het menselijk wezen. Voortbouwend op dit evolutieve beeld krijgt de preventie door zelfopvoeding, persoonlijke ontwikkeling en zo mogelijk meditatieve oefening een centrale plaats toegemeten. Zowel in de individuele artsenpraktijk als in de werking van patiëntenverenigingen wordt deze preventiemogelijkheid gestimuleerd.

Literatuur:

Paolo Bavastro (Hrsg.): Individualität und Ethik ; Stuttgarter Gespräche, Urachhaus, 1997.

Michaela Glöckler (Hrsg.): Spirituelle Ethik; situationsgerechtes, selbstverantwortetes Handeln; Dornach, 2002.

 

"Het gehele antroposofische gedachtengoed is voor elk individu vrij toegankelijk. "